Teun van Zanten is in zekere zin een a-typische ontwerper. Verwacht van hem geen uitgebreide verhalen over inspiratie. Hij is evenmin een man die je in de society-rubrieken in kranten en op de televisie tegenkomt. Vanuit zijn Antwerpse loft - schitterend ingericht, met veel moderne kunst en boeken - werkt hij gestaag aan een oeuvre dat inmiddels duizenden ontwerpen telt.
“ Werken is mijn lust en mijn leven en ik ben eigenlijk altijd met ontwerpen bezig. Het is een hobby, waarmee ik ook nog geld verdien," zegt Teun lachend. Zijn levensmotto is heel eenvoudig: “dingen doen die je leuk vindt”.
"Eigenlijk had ik kunstenaar willen worden. Ik ken veel schilders, schrijvers, beeldhouwers en omring me graag met hun werk. Met Klaas Gubbels, bij het grote publiek bekend vanwege de koffiepotten, ben ik al jarenlang bevriend. Een leuke man en een groot kunstenaar. Omdat ik te weinig talent had om het ver te brengen als artiest, ben ik maar meubelen gaan ontwerpen. Ik heb overigens niet veel op met het ontwerperswereldje, of 'designers' zoals ze zichzelf noemen. De fabrikanten met wie ik werk en ik moeten altijd lachen als we op de meubelbeurs van Milaan zijn. Komt er zo'n kerel, helemaal in het zwart gekleed, met lange haren en een kekke bril op zijn neus aanlopen, en dan zeggen wij tegen elkaar: ' Daar heb je weer zo’n designer '. Ik bedoel dat niet vervelend, maar om een vergelijking met een andere branche te maken: wie weet wie de Concorde ontworpen heeft? Niemand toch? En dat is wél een prachtig staaltje ontwerpkunst, duizendmaal beter en indrukwekkender dan de designers in de meubelbranche het kunnen. Ik geloof dat je een product koopt, geen naam. En dat een bank geen verhaal nodig heeft. Als mensen niet zien wat je als ontwerper bedoelt, dan deugt het ontwerp niet. En ik wil geen producten voor musea maar voor mensen maken."
Op wat bescheiden experimenten na, heeft Van Zanten zich nooit gewaagd aan meubelen anders dan banken. "Ik kan ook niets anders, wil het trouwens ook niet. Het aardige van een bank vind ik, dat de vorm bepaald wordt door de anatomie van de mens, niet door de ontwerper. Want laten we wel wezen: wat kun je met een bank? En tóch zijn er duizenden, tienduizenden banken met een eigen gezicht, een eigen, specifieke zit en andere unieke eigenschappen. Zoals Klaas Gubbels zijn leven lang bezig is met het schilderen van koffiepotten, kan ik mijn leven vullen met het tekenen van banken. Alles is al een keer gemaakt en toch moet er nog veel voor de eerste keer gemaakt worden. Een goed product is de optelsom van details. Ik maak wel eens de vergelijking met een mooie vrouw. Alles kan kloppen, maar als je het puntje van haar neus verandert, verander je het beeld en beschadig je haar schoonheid. Zo is het ook bij banken, tenminste bij goede banken: mis je één detail, dan is het product ineens waardeloos. Het moet kloppen, één oneffenheidje en de bank is mislukt."
De zogenaamde nonchalance van Teun is bedrieglijk. "In mijn bestaan als Teuntje, die graag met mensen praat en een biertje met hen drinkt, ben ik misschien nonchalant. Dat is de lichte kant van mijn bestaan, zeg maar. Als het om mijn vak als ontwerper gaat, ben ik echter allesbehalve makkelijk. Ik rijd voor één verkeerd stiknaadje naar Duitsland of Italië. Want het moet perfect zijn. Het komt regelmatig voor, dat de fabrikant tevreden is terwijl ik vind dat er nog iets aan een model moet veranderen. En de fabrikanten met wie ik werk, hebben daar wel waardering voor."
Van Zanten noemt zichzelf de beste kubistenmaker van de wereld. "Ik maak al tientallen jaren lang kubisten, iets wat de laatste drie, vier jaar door bijna iedere ontwerper opgepakt is. Maar ik maak wél gezellige kubisten, want zitten is ook gezelligheid. Wat ik nu zie, zijn vaak strakke, heel kale modellen die geboren zijn uit armoede. De kunst is juist om strakheid te combineren met warmte, met sfeer. Wat ik doe, kun je misschien nog het best omschrijven met de term 'trans-minimalisme': het minimalisme voorbij. Een bank mag er best strak uitzien, maar moet wel comfortabel zitten."
Wat zegt het woord inspiratie hem? "'s Nachts komt het grote idee en de volgende dag blijkt...dat het niets is. Nee, ontwerpen is vooral werken. Gaan zitten en schetsen en nog eens schetsen. Overigens is een tekening voor mij alleen het begin. Ik ben geen ontwerper die een schets naar een fabrikant stuurt en dan afwacht tot het prototype er is. Ik wil er juist heel direct bij betrokken zijn, sta naast de mensen die het prototype maken. Samen werken we er net zo lang aan totdat het is zoals het zijn moet. Er moet ook chemie zijn tussen mij en de productiemedewerkers van een fabrikant, want uiteindelijk zijn zij het die mijn geesteskind mede vormgeven."
Teun grijpt ook wel eens terug op een oud ontwerp, dat hij van een nieuw, eigentijds jasje voorziet. "Waarom niet? Een prachtig voorbeeld in de autobranche vind ik de Porsche 911. Meer dan dertig jaar geleden op de markt gekomen en nog steeds een succes. Zet je de eerste 911 naast de laatste van nu, dan staat er een totaal andere auto. Maar het is nog steeds een 911 en als zodanig herkenbaar. Dat vind ik knap. Ook ik gebruik dingen uit het verleden en gooi er de wind van de tijd overheen, waarbij ik de originele vorm vasthoud en door kleine toevoegingen probeer het huidige tijdsbeeld erin vast te leggen. Om nogmaals de vergelijking met grote kunstenaars te maken: wat doen zij anders dan variëren op een thema? Hermans, Mulisch, Reve, Wolkers; allemaal schrijvers, die steeds hetzelfde schrijven maar dan telkens net even anders."